Nieuws

Limburgse sluiscomplexen weer terug in nieuwstaat

‘Refit de techniek van weleer ofwel breng de techniek terug in dezelfde staat zoals het oorspronkelijk is ontworpen.’ Deze vraag krijgt Mourik Infra met regelmaat als ze voor Rijkswaterstaat één van de vele bruggen of sluiscomplexen in ons land onderhanden moeten nemen, zoals recent sluis Bosscherveld en de sluiscomplexen in Born en Maasbracht. Niet alleen vergt dit soort projecten een bijzondere aanpak omdat met zware stalen, robuuste componenten moet worden gewerkt, maar ook wordt veel gevraagd van de kennis van onderaannemers zoals Elsto Services, omdat het hier gaat om specialistische kennis die heden ten dage niet meer zo gangbaar is.

Henriëtte van Norel

Mourik Infra in Echt, onderdeel van de Mourik Holding, is al tientallen jaren gespecialiseerd in projectmanagement, nieuwbouw, refitten en onderhouden van installaties in de natte en droge infra; van bruggen, sluizen en stuwen tot verkeersportalen op snelwegen waar de matrix- en bewegwijzeringsborden aan hangen. Daarnaast vervaardigt Mourik Infra in eigen beheer grote staalconstructies zoals sluisdeuren, tankvaten en verkeersportalen, alsmede vacuümtanks voor vrachtwagens. Staalconstructies die aan strenge eisen en normen dienen te voldoen.  Pascal Olislagers, projectleider bij Mourik Infra locatie Echt: “Om met name in te kunnen zetten op grote aanbestedingen heeft onze organisatie enkele jaren geleden besloten om de activiteiten van al onze infra-bedrijven in Nederland samen te voegen. Het voordeel van een samenvoeging als deze is dat we bij grote projecten voortaan alle disciplines in eigen huis hebben; van verlichting en straatmeubilair tot de revisie van sluisdeuren.”

Sluis Bosscherveld

De sluis bij Bosscherveld is, evenals heel veel andere sluiscomplexen in Nederland, gebouwd rond de 30’er jaren. Pascal Olislagers: “Door jarenlang gebruik is gaandeweg schade ontstaan aan de bronzen lagering van de aandrijving van de hefdeuren van de sluis, mede doordat de Gallse kettingen (de Gallse ketting is vernoemd naar de uitvinder Andre Galle (1761 -1841)) steeds opnieuw het staalwerk van de installatie raakte. Hierdoor ontstond er in de loop der jaren scheefstand en dit leidde enige tijd geleden tot een storing aan de sluis. 

Eén van de deuren van sluis Bosscherveld met de techniek van weleer

We hebben toen Elsto Services gevraagd om een diagnose te stellen. Uiteindelijk is besloten om op basis van de diagnose, de herstelactie gezamenlijk met Elsto Services uit te voeren.” Thijs Nabben, Algemeen en Commercieel manager bij Elsto Services vertelt: “De technische ruimtes met de aandrijflijn van deze sluis bevindt zich boven in de torens nabij de hefdeuren. Daar staat de elektromechanische aandrijving opgesteld, bestaande uit onder andere tandwielkasten, elektromotoren, koppelingen en bronzen lagers van weleer. Omdat het een oud object is met techniek uit de dertiger jaren, is ervoor gekozen om de onderdelen, zoals de bronzen lagers, die aan slijtage onderhevig waren te vervangen en het geheel daarna opnieuw uit te lijnen. Dit heeft echter wel een behoorlijke inspanning gevergd van het hele team, omdat soms delen van de documentatie ontbraken. Soms moest dus naarstig gezocht worden hoe die oude techniek ook alweer werkte in die tijd. En in sommige gevallen hebben we zelfs een beroep gedaan op oudere collega’s, die ooit nog met die techniek hadden gewerkt. Boeiend en leerzaam dus.”

Planningstechnisch

En niet alleen qua ‘oude techniek’ was dit project een uitdaging, ook planningstechnisch was het passen en meten. Nabben: “Omdat de drie weken durende stremming ruime tijd vooraf met Rijkswaterstaat afgestemd en ingepland moest worden, lag de periode waarin de werkzaamheden dienen plaats te vinden vast. Met andere woorden: onverwachte zaken die alsnog ontdekt werden en niet waren voorzien, moesten conform afspraak in dit krappe tijdsbestek worden uitgevoerd. En dat vergde veel van het 15-koppige team van zowel Mourik Infra en Elsto Services, die al een extreem strakke planning hadden. Om tijdwinst te behalen is er daarom voor gekozen om bepaalde delen van de oude techniek die opnieuw moesten worden gemaakt, en niet geprefabriceerd konden worden, te laten vervaardigen bij machinefabriek Bosscherveld die op nog geen 50 meter afstand van de sluis is gevestigd. Met een heftruck zijn de te vervaardigen onderdelen vanaf de sluis naar de werkplaats van deze machinefabriek getransporteerd. Op voorhand was door deze machinefabriek ruw materiaal ingekocht en stonden monteurs en machines ingepland voor de werkzaamheden.

Koppelingen

“Een uitzondering is gemaakt voor de twee schakelbare Planox koppelingen, met elk een diameter van 60 tot 70 cm. Deze volmassief stalen componenten zijn op locatie gedemonteerd en getransporteerd naar onze werkplaats in Weert voor revisie”, aldus Dirk Wiermans, Technisch Manager bij Elsto Services. “Hiervoor hadden wij op voorhand al een aantal onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn besteld. Al deze onderdelen zijn preventief vervangen (denk aan de frictieschijven, het schakelmechanisme en de veren). Na het voltooien van de revisie zijn de koppelingen weer teruggeplaatst in de aandrijflijn en op locatie afgesteld. Bij de flexibele koppelingen in de aandrijflijn zijn alle koppelingsrubbers op locatie vervangen. Dankzij de hierboven beschreven levensduurverlengende revisie kan sluis Bosscherveld de komende jaren weer draaien.”

Sluiscomplexen Maasbracht en Born

Bij de sluiscomplexen in Maasbracht en Born, hadden we evenals bij sluis Bosscherveld, te maken met oude techniek. Zo dateren de rioolputten bij deze sluiscomplexen uit circa 1965. In tegenstelling tot bij sluis Bosscherveld waar aan twee zijden van een betonnen U-profiel twee enorme hefdeuren aan kettingen hangen waarmee op- of afgeschut kan worden, werken de sluizen in Born en Maasbracht met puntdeuren en omloopriolen met hydraulisch aangedreven schuiven, die in de naastliggende betonconstructie zijn gemonteerd.  Deze schuiven, met een afmeting van 3,5 x 3,5 meter, zitten links en rechts van de sluisdeuren en worden bediend door een hydraulisch aangedreven hefboom. Dit geheel is met behulp van lagers en koppelingen op een vernuftige wijze samengebouwd. Om te voorkomen dat de lagers en koppelingen in dit samenspel overmatig slijten, is het van belang om deze constructie per rioolschuif goed uit te lijnen.  

Vooronderzoek

In totaal ging het bij deze twee sluiscomplexen om 20 rioolschuiven. 12 rioolschuiven bij de drie sluizen van Maasbracht en acht rioolschuiven bij twee sluizen in Born. Bij één van deze 20 schuiven had Elsto Services enige tijd geleden, op verzoek van Mourik Infra, al vooronderzoek uitgevoerd. Servé Gubbels, Werkvoorbereider bij Mourik Infra: “Aan de hand van die resultaten hebben we Elsto Services gevraagd om ook de overige 19 rioolschuiven uit te lijnen. Conform de planning van RWS moest dit hele project in 2020 worden afgerond.” 

Hydraulische cilinder voor de bediening van de rioolklep

Op de vraag wat de resultaten van het vooronderzoek waren, antwoordt Nabben: “We hebben onder andere geconstateerd dat er bij het wisselen van de hydraulische cilinder versneld slijtage ontstond. Om de oorzaak te achterhalen hebben we, als bewegingsspecialist, een meetprotocol opgesteld. Middels dit meetprotocol wordt de uitlijning van de verschillende onderdelen gecontroleerd. Tijdens de uitvoering bleek al snel dat er in de constructie een uitlijningsafwijking aanwezig was. Nader onderzoek bleek noodzakelijk, omdat dit waarschijnlijk vaker zal voorkomen. Om eventuele werkzaamheden in de nabije toekomst op de juiste wijze te kunnen blijven uitvoeren, hebben we dit vervolgens met een heel team minutieus in een protocol vastgelegd. Vastlegging van de werkwijze en de kennis hiervan is belangrijk om te zorgen dat een juiste  afstelling en werking van de rioolschuiven bij deze sluiscomplexen ook voor de generaties na ons kan worden gewaarborgd.”

Praktijk

Op de vraag hoe het opzetten van zo’n protocol dan in de praktijk werkt, antwoord Wiermans: “Neem nou bijvoorbeeld de revisie van de hydraulische cilinders in dit sluizencomplex. Voordat zo’n cilinder daadwerkelijk wordt gedemonteerd, wordt eerst de huidige situatie van de cilinder zoals die op dat moment zit ingemeten. Daarbij wordt onder andere gekeken naar hoe de verschillende scharnierpunten ten opzichte van elkaar staan en hoe de jukbeweging exact werkt. Vervolgens kan de put worden drooggezet en wordt onderin de rioolput met laserprojectie bekeken hoe het juk beweegt. Datgene wat je dan ziet, dat wordt in het team besproken. Zo kunnen er bijvoorbeeld afwijkingen in de bestaande situatie worden waargenomen, zoals bijvoorbeeld een onderdeel dat scheef zit, waardoor er spanningen optreden met als mogelijk gevolg lagerschade.

Elsto Services aan het werk tijdens de voorinspectie van de rioolklep in Born

Als deze diagnose nader wordt uitgewerkt, dan is de cilinder ondertussen weg voor revisie en kan je dus nauwkeurig bepalen of het in één van de componenten zit of niet. Na revisie wordt de cilinder door Mourik Infra weer teruggeplaatst op de oorspronkelijke positie en zorgt Elsto Services voor de juiste uitlijning om er zeker van te zijn dat de scharnierende componenten goed zijn uitgelijnd ten opzichte van elkaar.” Als de cilinder weer spanningsloos is gemonteerd, dan wordt door Elsto Services een opleveringsdocument vervaardigd voor Mourik Infra, zodat zij bij RWS kunnen aantonen dat de uitlijning en spanningsloze montage volledig conform protocol is uitgevoerd.

Deze rioolklep wordt op 13 meter diep bediend door de hefarm (Service)

 

Opstellen meetprotocol

Een protocol wordt in de regel met een heel team opgesteld aan de tekentafel. Zo’n team bestaat uit medewerkers van Elsto Services, Mourik Infra en Rijkswaterstaat (RWS). Gezamenlijk worden de tekeningen van weleer technisch benaderd en bekeken. Door stap voor stap na te gaan hoe bepaalde zaken indertijd ontworpen zijn, wordt een meetprotocol (lees: stappenplan) opgesteld. Door dit stappenplan vervolgens bij het uitvoeren van de uiteindelijke werkzaamheden minutieus te volgen, wordt automatisch een opleveringsdocument gegenereerd. Worden bepaalde correcties uitgevoerd ten opzichte van het protocol, dan dient dit te worden onderbouwd met een fotorapportage, zodat daar nadien op kan worden teruggegrepen als dat nodig is.